Genen van zowel moeder als baby beïnvloeden het geboortegewicht

Wetenschappers hebben in een groot internationaal onderzoek 190 verbanden ontdekt tussen onze genetische code en het geboortegewicht. De directe effecten van de genen van een baby leveren een substantiële bijdrage aan het geboortegewicht. Daarnaast blijkt dat een kwart van de genetische effecten afkomstig is van de genen van de moeder die niet aan het kind werden doorgegeven. In plaats daarvan beïnvloedden deze de groei van de baby door factoren in de omgeving van de baby tijdens de zwangerschap, zoals de beschikbare hoeveelheid glucose. De onderzoekers hebben onder andere gebruik gemaakt van data van het Nederlands Tweelingen Register van de Vrije Universiteit Amsterdam (VU), dat onderdeel is van de internationale onderzoeksgroep Early Growth Genetics. De resultaten zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Genetics

Laag gewicht, hoger risico

Wetenschappers weten al lang dat baby's die bij de geboorte bijzonder klein zijn, een hoger risico hebben op complicaties bij de geboorte en ook meer dan gemiddeld geneigd zijn tot het ontwikkelen van een hoge bloeddruk op volwassen leeftijd. Om de relaties tussen het geboortegewicht en dergelijke risico's voor de gezondheid te begrijpen is het noodzakelijk de bijdragen van zowel de genetica als de omgeving te begrijpen. Tot nu toe waren deze echter onduidelijk. Dit onderzoek werpt nieuw licht op dit gebied doordat wetenschappers voor het eerst duidelijk de effecten van de genetica van een moeder op het geboortegewicht van de eigen genetica van de baby weten te scheiden.
VU-hoogleraar Dorret Boomsma: “Een kind erft de helft van de genen van de moeder en de helft van de vader. Die eigen genetische aanleg van het kind is belangrijk voor het geboortegewicht. Dit onderzoek onthult de complexe balans van hoe zowel de genen van de moeder als de genen van de baby zelf de groei van de baby beïnvloeden.”

Complexe relatie tussen genen

In het onderzoek werd gekeken naar de genetische informatie van 230.069 moeders gecombineerd met het geboortegewicht van hun kind en de genetische informatie van het kind zelf. Er werd samengewerkt door de UK biobank en het Early Growth Genetics consortium. Uit de resultaten blijkt dat sommige delen van de genetische code zowel rechtstreeks via het kind als indirect via de moeder het geboortegewicht bepalen. Soms gaan de effecten van de moeder en de baby in dezelfde richting, maar bij andere genen zijn er tegengestelde effecten.
Sommige genetische effecten die de glucosewaarden van de moeder verhogen werken bijvoorbeeld om
de baby groter te maken omdat de baby dan meer insuline produceert en harder groeit. Maar wanneer diezelfde varianten via de genetische code van het kind worden een rol spelen beperken ze de hoeveelheid insuline die de baby kan produceren, waardoor de groei wordt beperkt en sommige groeibevorderende effecten van de moeder worden tegengewerkt.

Internationale samenwerking

Het onderzoek werd uitgevoerd door meer dan tweehonderd onderzoekers uit twintig landen die lid zijn van het Early Growth Genetics consortium (EGG) en werd geleid door de universiteiten van Exeter, Queensland, Oxford en Cambridge en gefinancierd door meer dan 120 instituten, waaronder de Wellcome Trust, Royal Society, Medical Research Council, Europese Unie en het National Institute for Health Research en in Nederland door NWO en ZONMW.