Veelgestelde vragen

1. Waarom een tweelingenregister?

Het doel van het Nederlands Tweelingen Register is het onderzoeken van de bijdrage van erfelijke aanleg aan groei, ontwikkeling, persoonlijkheid, ziekte en risicofactoren voor bepaalde aandoeningen. Voor veel menselijke eigenschappen is het zo dat tweelingen niet verschillen van eenlingen, maar uniek is dat met behulp van meerlingen nagegaan kan worden in welke mate verschillen tussen personen toegeschreven kunnen worden aan erfelijke of omgevingsfactoren.
Een voorbeeld: de ene persoon heeft een hoge bloeddruk en de andere een lage. Zijn die verschillen nu het gevolg van omgevingsfactoren, zoals zoutgebruik, of zijn ze erfelijk? Meestal zijn beide factoren van belang en gaat het er in het onderzoek om hoe groot de bijdrage van erfelijke factoren is.
Daarnaast gaan we na of er misschien aandoeningen zijn waarop meerlingen een hoger risico lopen, bijvoorbeeld omdat ze een lager geboortegewicht hebben en vaak een kortere zwangerschapsduur kennen. 

2. Waarom zou ik meedoen aan het onderzoek? Wat houdt jullie onderzoek in?

Dankzij de medewerking van ouders kan het Nederlands Tweelingen Register onderzoek doen naar de ontwikkeling bij jonge twee- en meerlingen. Door het invullen van vragenlijsten leveren zij een belangrijke bijdrage aan wetenschappelijk en medisch onderzoek naar de ontwikkeling van gedrag en gezondheid bij kinderen en jongeren. Dankzij de medewerking van jongeren en volwassenen kan dit onderzoek worden doorgetrokken naar eigenschappen die later in het leven van belang zijn, alsmede naar aandoeningen die zich bijvoorbeeld tijdens de adolescentie en volwassenheid voor het eerst openbaren. 

3. Als ik sta ingeschreven bij het Nederlands Tweelingen Register, ben ik dan verplicht om mee te doen?

Je deelname aan ons onderzoek is geheel vrijwillig. Je bent niet verplicht de vragenlijsten in te vullen of om ja te zeggen op verzoeken om mee te doen aan onderzoek dat bijvoorbeeld op de universiteit of in het ziekenhuis wordt gedaan. Als je je inschrijft bij het Nederlands Tweelingen Register geef je aan dat je belangstelling hebt om mee te doen aan onderzoek. Op het moment dat wij je benaderen voor een onderzoek hopen wij natuurlijk dat zoveel mogelijk personen mee willen doen: voor de kwaliteit van het onderzoek is het namelijk van groot belang dat zoveel mogelijk mensen deelnemen. 

4. Wat gebeurt er eigenlijk met de verzamelde gegevens?

De gegevens die middels onze vragenlijsten worden verzameld zijn voor de onderzoekers zeer waardevol. Zo wordt bij het Nederlands Tweelingen Register wetenschappelijk en medisch onderzoek gedaan naar: 

  • de effecten van een laag geboortegewicht en kortere zwangerschapsduur
  • de vraag of IVF een effect heeft op de ontwikkeling van tweelingen 
  • welke effecten bijdragen aan geluk
  • sportgedrag van Nederlandse kinderen en redenen om te gaan sporten 
  • welbevinden tijdens de adolescentie 
  • migraine, depressie en de relatie tussen deze twee aandoeningen
  • stress en gezondheid
  • cholesterolniveau en hart- en vaatziekten
  • ADHD
  • het ontstaan van diabetes (suikerziekte)
  • rookgedrag en rookverslaving 

De onderzoeksgegevens worden soms ook gebruikt om op een later tijdstip kleinere groepen uit het register te kunnen selecteren, die wij dan vragen mee te doen aan meer specifiek onderzoek. Zo'n specifiek onderzoek kan schriftelijk zijn, maar het kan ook voorkomen dat wij de meerling, broers en zussen en/of de ouders persoonlijk willen ontmoeten om informatie te verkrijgen die niet met behulp van een vragenlijst verkregen kan worden. Er werd bijvoorbeeld al onderzoek gedaan in samenwerking met het VU Medisch Centrum naar het ontstaan van diabetes en we gingen bij deelnemers thuis op bezoek voor onderzoek naar bloeddruk en cognitieve vaardigheden. 

5. Hoe gaat het Nederlands Tweelingen Register om met de persoonlijke gegevens die ik in de vragenlijst heb ingevuld?

Het Nederlands Tweelingen Register maakt gebruik van een geanonimiseerd systeem. Je antwoorden worden vertrouwelijk behandeld en zijn niet tot de deelnemer te herleiden. Lees een uitgebreide beschrijving van hoe wij omgaan met je gegevens

6. Kan iemand anders dan de onderzoekers mijn antwoorden inzien?

Nee, dat kan niet (zie ook hierboven). Alle gegevens zijn alléén beschikbaar voor onderzoekers en worden alléén voor onderzoeksdoeleinden gebruikt. De onderzoekers die met de gegevens werken kunnen die niet herleiden naar deelnemers. De gegevens worden bewaard onder een onderzoeksnummer. Ook geldt dat familieleden geen inzicht hebben in elkaars antwoorden (en ouders niet in de gegevens van leerkrachten en leerkrachten niet in de antwoorden van ouders). 

7. Is mijn privacy wel gewaarborgd?

Bij al onze onderzoeken is de privacy volledig gewaarborgd. Al het onderzoek dat wordt gedaan door het Nederlands Tweelingen Register wordt van te voren beoordeeld door de Medisch Ethische Commissie (METc) van het VU Medisch Centrum of door de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek. Het NTR is ook aangemeld bij het Autoriteit Persoonsgegevens (m1412317). De wijze van omgang met gegevens en het bewaren daarvan is tot stand gekomen na overleg met de METc.
De verwerking en rapportage van de gegevens gebeurt vertrouwelijk. Gegevens over personen worden gescheiden van de namen en de adressen opgeslagen. De onderzoekers krijgen de scores gerapporteerd, maar kunnen niet zien of afleiden wie de vragenlijst heeft ingevuld. Bovendien worden de gegevens verwerkt met goed beveiligde computersystemen waartoe onbevoegden geen toegang hebben.
Het NTR werkt met drie van elkaar gescheiden systemen waarin gegevens zijn opgeslagen (databases): 

  • De database met Naam, Adres en Woonplaatsgegevens (NAW) bevindt zich op een computer die helemaal los staat van de buitenwereld. Deze gegevens worden door een kleine groep mensen gebruikt voor administratieve doeleinden (om uitnodigingen voor onderzoek te versturen, om bij te houden of vragenlijsten retour zijn gekomen en om relaties tussen deelnemers te specificeren, zoals tussen tweelingen of leerkrachten en leerlingen).
  • De tweede database, die helemaal los staat van de eerste, bevat informatie uit de vragenlijsten die deelnemers invullen. 
  • De derde database bevat de informatie die afkomstig is van biologische monsters. 

De gegevens in deze drie databases zijn opgeslagen onder betekenisloze nummers, waarbij iedere database andere nummers hanteert. Daarnaast bestaat er een aantal kleinere databases die informatie bevatten uit deelprojecten (bijvoorbeeld MRI-studies). Biologische monsters zijn opgeslagen op meerdere locaties. Deze opslag gebeurt ook onder nummers die niet te herleiden zijn naar deelnemers. In de publicaties die het Nederlands Tweelingen Register naar buiten brengt zijn persoonlijke gegevens nooit te herkennen. 

8. Ik heb een twee-eiige tweeling/ik maak deel uit van een twee-eiige tweeling. Heeft het dan zin om de vragenlijsten voor jullie in te vullen? Of zijn jullie alleen geïnteresseerd in eeneiige tweelingen?

Zowel een- als twee-eiige tweelingen zijn heel belangrijk voor onderzoek. Om vast te stellen of erfelijke aanleg een rol speelt bij gedrag en ziekte zijn een- en twee-eiige tweelingen even hard nodig voor onderzoek. Eeneiige tweelingen zijn als het ware genetische kopieën van elkaar: zij hebben precies hetzelfde erfelijke materiaal. Twee-eiige tweelingen, daarentegen, lijken genetisch gezien net zoveel op elkaar als gewone broers en zussen: zij hebben gemiddeld de helft van hun erfelijke materiaal gemeenschappelijk. Stel dat erfelijke aanleg van invloed is op roken, dan zullen eeneiige tweelingen vaker allebei roken dan twee-eiige tweelingen. Eeneiige tweelingen hebben immers precies dezelfde erfelijke aanleg.
Daarnaast zijn wij ook geïnteresseerd in het verschijnsel tweeling als zodanig. Hoe komt het bijvoorbeeld dat in bepaalde families vaker tweelingen geboren worden dan in andere?
Heeft het tweeling-zijn specifieke invloeden op de ontwikkeling en de belevingswereld van een kind? Om deze vraag te beantwoorden wordt ook informatie verzameld over de broers en zussen van meerlingen. Om de ouders niet te veel te belasten vragen we hen of we een vragenlijst mogen sturen aan leerkrachten van meerlingen en van broertjes/zusjes. 

9. Ik ben ouder van een drieling/ik maak deel uit van een drieling. Kan ik ook deelnemen aan het onderzoek van het Nederlands Tweelingen Register?

Sinds een flink aantal jaar besteden wij ook speciale aandacht aan de ontwikkeling van drielingen. Drielingen vormen een bijzondere groep en daarom kun je een belangrijke bijdrage leveren aan ons onderzoek naar de ontwikkeling van drielingen. Je kunt deelnemen aan het onderzoek door je kinderen en/of jezelf in te schrijven bij het Nederlands Tweelingen Register. Je ontvangt dan een deelnameformulier. Als ouder van een drieling ontvang je een eerste vragenlijst als je kinderen tussen de twee en drie jaar oud zijn. 

10. Ik heb al jaren geen vragenlijsten ingevuld, heeft het dan nog zin om mee te doen?

Het heeft altijd zin om mee te doen. Wij zijn blij met iedere ingevulde vragenlijst, ook al heb je in het verleden niet alle vragenlijsten ingevuld.
Door op verschillende leeftijden vragenlijsten op te sturen doet het NTR onderzoek naar de ontwikkeling van gezondheid en gedrag bij kinderen en volwassenen. Daarnaast richt het NTR zich op onderzoek onder specifieke leeftijdsgroepen, bijvoorbeeld het voorkomen van ADHD bij jonge kinderen. 

11. Ik ben niet in staat de vragenlijst in te vullen, omdat ik een moeilijke tijd achter de rug heb.

Wij begrijpen heel goed dat je een keer de vragenlijst niet kunt invullen, bijvoorbeeld omdat je een drukke of moeilijke tijd doormaakt. Mocht dat gebeuren, dan is je medewerking bij een volgende vragenlijst nog steeds erg waardevol voor ons. 

12. Ik heb een vragenlijst ontvangen over mijn kinderen, maar zij zijn al ouder dan de leeftijd die op de vragenlijst is aangegeven. Heeft het dan nog zin de vragenlijst in te vullen?

Het heeft altijd zin de vragenlijst in te vullen. De vragenlijst is in principe geschikt voor kinderen van verschillende leeftijden. De leeftijd op de vragenlijst is slechts een indicatie. Als er 3 jaar staat is de lijst ook nog geschikt voor vier- en vijf-jarigen. Het is wel van belang dat je de datum van invullen aangeeft. Dan is het voor de onderzoekers duidelijk te herleiden hoe oud de kinderen waren op het moment van invullen van de vragenlijst. 

13. Ik heb een vragenlijst ontvangen over mijn kinderen, maar bij (een van) mijn kinderen is sprake van een geestelijke en/of lichamelijke handicap, autisme of ADHD. Heeft het dan zin om de vragenlijsten voor jullie in te vullen?

Ook kinderen met een handicap, autisme of ADHD kunnen naast hun aandoening last hebben van andere problemen. Kinderen met ADHD kunnen bijvoorbeeld door hun aandoening last krijgen van depressieve gevoelens. Kinderen met een lichamelijke handicap kunnen door hun aandoening last krijgen van emotionele problemen. Het is juist heel belangrijk dat alle kinderen in het onderzoek zijn vertegenwoordigd. 

14. Er is niets veranderd ten opzichte van een eerdere vragenlijst die ik heb ingevuld over mijn kinderen of over mijzelf. Waarom zou ik nu weer hetzelfde invullen?

Dat de ontwikkeling van je kinderen stabiel verloopt is ook waardevolle informatie, aangezien dat niet voor alle kinderen geldt. Het onderzoek van het NTR richt zich op de oorzaken van verschillen in gedrag op een bepaalde leeftijd (bijvoorbeeld 7 jaar), maar het is ook belangrijk om inzicht te krijgen in oorzaken van stabiliteit en veranderingen van gedrag naarmate kinderen ouder worden. Door steeds dezelfde vragen te stellen, krijgen we inzicht in deze veranderingen en stabiliteit en kunnen we onderzoeken of deze stabiliteit en veranderingen met name komen door invloeden vanuit de omgeving of door genetische invloeden.
Ook voor volwassenen geldt dat het belangrijk is om inzicht te krijgen in de oorzaken van stabiliteit en verandering: sommige mensen komen bij het ouder worden steeds een beetje aan en hebben moeite hun lichaamsgewicht op peil te houden, terwijl dat laatste anderen bijna vanzelf lijkt te lukken: heeft dat te maken met veranderingen in leefgewoonten of met erfelijke aanleg? 

15. Ik zie mijn kinderen niet als tweeling, maar als twee verschillende individuen. Ze lijken helemaal niet op elkaar.

Dit is voor ons waardevolle informatie, aangezien wij juist kijken naar de verschillen tussen mensen. Naast het in kaart brengen van de gedragsontwikkeling van kinderen in het algemeen willen wij de vraag beantwoorden hoe het komt dat kinderen onderling zo kunnen verschillen. Het ene kind is gelijkmatig van karakter, terwijl een broer of zus emotioneler is. Het ene kind sport veel of leest veel, terwijl het andere kind daar veel minder van houdt. 

16. Sommige vragen uit de vragenlijst zijn helemaal niet op mijn kinderen of op mijzelf van toepassing.

Het kan zijn dat sommige vragen minder op jullie situatie van toepassing zijn. De vragenlijsten voor kinderen zijn in principe geschikt voor kinderen van verschillende leeftijden. Dit houdt in dat sommige vragen voor jongere kinderen nog niet aan de orde zijn of voor oudere kinderen niet meer aan de orde zijn. Wij willen je vragen dergelijke vragen in de vragenlijst niet over te slaan, maar te beantwoorden met de optie ‘helemaal niet van toepassing’. Worden vragen namelijk niet beantwoord dan ontstaat een onvolledig en onjuist beeld. Het kan voorkomen dat geen van de gedragsaspecten bij je kind(eren) de afgelopen tijd aan de orde was. Ook vragenlijsten waarbij op elke vraag ‘helemaal niet van toepassing’ is geantwoord, ontvangen wij graag. Alleen op deze manier krijgen wij een realistisch beeld van de ontwikkeling van kinderen van verschillende leeftijden in Nederland.
Ook voor vragenlijstonderzoek bij volwassenen geldt dat er soms vragen gesteld worden die niet op iedereen van toepassing zijn. Omdat genetisch onderzoek alleen gedaan kan worden bij grote aantallen families moeten we een manier vinden om grote aantallen mensen op een betaalbare manier mee te laten doen. Dit kan eigenlijk alleen maar via vragenlijsten (en in de nabije toekomst misschien door ook andere databases in Nederland te raadplegen). 

17. Waarom staan in elke vragenlijst telkens weer dezelfde vragen over mijn kinderen of over mijzelf? En waarom zijn de lijsten zo lang?

Om de gedragsontwikkeling van opgroeiende kinderen te bestuderen krijgen gezinnen die ingeschreven staan bij het NTR met zekere regelmaat vragenlijsten toegestuurd. Je ontvangt steeds een vragenlijst met daarin gedeeltelijk dezelfde vragen. Een betrouwbare indruk van de ontwikkeling van kinderen kan namelijk alleen verkregen worden door steeds dezelfde vragen te stellen. Datzelfde geldt voor de ontwikkeling van velerlei kenmerken bij volwassenen: mensen kunnen stoppen met roken of sporten, veranderingen ervaren in gezondheid of persoonlijkheid en bijvoorbeeld besluiten meer of minder te gaan werken.
Omdat de ontwikkeling van kinderen veel aspecten betreft zijn de vragenlijsten van oudere kinderen uitgebreider dan de vragenlijsten van jongere kinderen. Je kinderen gaan op een gegeven moment naar school, hebben misschien broertjes of zusjes gekregen en hebben zich op verschillende gebieden ontplooid van peuter tot scholier. Deze veranderingen vormen de basis voor de verdere groei en ontwikkeling van je kinderen.
Het Nederlands Tweelingen Register doet heel veel onderzoek en werkt met erg veel onderzoekers en artsen samen. Iedere groep onderzoekers heeft eigen vragen die gesteld worden aan deelnemers. Hun onderzoeksresultaten staan na publicatie op de website van het tweelingenregister. 

18. Ik ben een broer/zus, partner, (volwassen) kind of ouder van een tweeling. Word ik ook uitgenodigd om een vragenlijst in te vullen?

Broers en zussen van tweelingen kunnen vanaf 12 jaar zelfstandig meedoen aan onderzoek, als hun ouders daar toestemming voor geven (ze krijgen dan een uitnodiging als hun tweelingbroers of -zussen ongeveer 14 jaar zijn). Vanaf 16 jaar kunnen alle familieleden en partners van tweelingen zelf mee doen. Met het vragenlijstonderzoek wordt in kaart gebracht welke factoren van invloed zijn op gezondheid en leefgewoonten. Heeft dat te maken met opvoeding, met de buurt waarin je opgroeit of woont of met erfelijke aanleg? Als niet alleen tweelingen meedoen aan onderzoek, maar ook de andere gezinsleden is het mogelijk een goed inzicht te krijgen in de oorzaken van gedragsverschillen en verschillen in leefgewoonten.
Een beetje ingewikkeld voorbeeld: stel dat de volwassen kinderen van twee eeneiige tweelingzussen net zoveel op hun moeder lijken als op hun tante (de tweelingzus van moeder), dan zijn genetische factoren belangrijk en spelen omgevingsfactoren (bijvoorbeeld opvoeding) een ondergeschikte rol (die kinderen zijn namelijk genetisch evenveel verwant aan hun tante als aan hun moeder).
Met gegevens van broers en zussen kunnen we nagaan of tweelingen meer op elkaar lijken dan eenling broers en -zussen en ook of tweelingen ‘anders’ zijn dan niet-tweelingen. Hoelang blijft bijvoorbeeld het feit dat tweelingen vaak te vroeg en te licht worden geboren doorspelen in hun gezondheid? De beste vergelijkingsgroep wordt natuurlijk gevormd door hun eigen broers en zussen. Ook echtgenoten en partners lijken op elkaar wat betreft leefgewoonten (bijvoorbeeld roken). Omdat partners geen directe erfelijke verwantschap hebben is het onderzoeken van de gelijkenis tussen partners een waardevolle toevoeging aan ons onderzoek: gaan ze bijvoorbeeld meer op elkaar lijken als ze langer bij elkaar zijn? Voor roken lijkt het antwoord opmerkelijk genoeg nee te zijn. Familieleden van tweelingen leveren dus om heel veel redenen een hele belangrijke bijdrage aan ons onderzoek! 

19. Waarom zijn de vragen in de vragenlijst vaak zo negatief?

Het klopt dat een (groot) aantal vragen gericht is op negatieve aspecten van het gedrag van kinderen en volwassenen. Dit komt doordat grote delen van de vragenlijst ook worden gebruikt bij kinderen die zijn aangemeld voor de jeugdhulpverlening en bij hulpverleningen aan volwassenen. Veel gedragingen, zoals ‘kan niet stil zitten, is onrustig’ horen echter gewoon bij jonge kinderen: er is dan ook niet meteen sprake van een probleem als je vindt dat sommige antwoorden van toepassing zijn op je kind.
Onderzoek richt zich iets vaker op ziekte, waaronder ook psychische aandoeningen, dan op bijvoorbeeld geluk en welbevinden. Hoewel daar de laatste tijd wel enige verandering in is te zien is het ook begrijpelijk dat schaarse onderzoeksmiddelen (dat wil zeggen tijd en geld) meer worden ingezet om te begrijpen waarom sommige mensen lijden onder bepaalde aandoeningen.
Het onderzoek van het NTR richt zich ook op de oorzaken van verschillen in gedrag, waarbij we kijken naar ‘normaal’ gedrag (gedrag dat past bij een bepaalde leeftijd) en naar gedrags- en emotionele problemen. Wanneer alleen de ouders van tweelingen met probleemgedrag of volwassenen met bepaalde problematiek mee blijven doen met ons onderzoek kan het lijken of tweelingen anders zijn dan eenlingen en kunnen wij niet meer goed onderzoeken wat de oorzaken van verschillen in gedrag zijn. Het is dus erg waardevol als iedereen mee blijft doen zodat we een zo breed mogelijk beeld krijgen van gedrag en gezondheid van alle bevolkingsgroepen. 

20. Mijn partner en ik hebben allebei een vragenlijst over onze kinderen ontvangen. Mijn partner heeft zijn/haar vragenlijst ingevuld, dus dan hoef ik mijn vragenlijst toch niet ook op te sturen?

Aangezien iedere ouder/verzorger een eigen kijk heeft op zijn of haar kinderen en omdat kinderen zich bij de een vaak anders gedragen dan bij de ander, ontvangt iedere ouder/verzorger een eigen vragenlijst. Op deze manier wordt een zo breed en compleet mogelijk beeld gevormd van de gedragsontwikkeling van kinderen. Het is de bedoeling dat de ouders/verzorgers afzonderlijk van elkaar hun eigen mening geven over het gedrag van hun kinderen.
Omdat wij ons voor kunnen stellen dat niet alle kinderen door beide ouders/verzorgers kunnen worden beoordeeld stellen wij het ook op prijs als we één vragenlijst ontvangen. 

21. Heeft het zin om mee te doen aan NTR-onderzoeken als bijvoorbeeld een deel van een tweelingpaar niet meer deelneemt, of bij familieleden van tweelingen: heeft het zin als het tweelingpaar zelf niet meer mee kan of wil doen?

Het korte antwoord is: ja!
De gegevens van NTR-deelnemers worden in veel verschillende soorten onderzoek gebruikt. Vaak staat het onderzoek naar overeenkomsten tussen tweelingen of tussen andere familieleden daarbij op de voorgrond, maar dit is bij lange na niet het enige onderzoek waarvoor de gegevens worden gebruikt. Zo is er bijvoorbeeld ook onderzoek naar:

  • de vraag of IVF-kinderen zich anders ontwikkelen dan niet IVF-kinderen
  • of tweelingen net zo lang worden als niet tweelingen
  • wat het verband is tussen DNA-varianten en ziekte
  • of moeders van tweelingen verschillen van moeders van eenlingen
  • hoe veroudering samenhangt met gezondheid en cognitieve vermogens
  • of mannen en vrouwen van elkaar verschillen in leefgewoonten (en of vrouwen daarom ouder worden) 

Voor al deze vragen is het niet per se nodig dat het hele gezin (of beide leerkrachten) meedoet aan onderzoek en zijn alle gegevens die we ontvangen waardevol.

22. Als ik toestemming geef voor het benaderen van mijn kinderen of van hun leerkracht, zijn zij dan verplicht om een vragenlijst in te vullen?

Je kinderen en hun leerkracht mogen uiteraard zelf bepalen of ze de vragenlijst in willen vullen. Wij hebben echter wel toestemming nodig om je kinderen of hun leerkracht aan te mogen schrijven. 

23. Mag ik de vragenlijsten inzien die mijn kinderen, mijn ouders of hun leerkracht hebben ingevuld?

Dit is helaas niet mogelijk omdat alle gegevens vertrouwelijk worden behandeld. De ouders/verzorgers krijgen daarom geen inzage in de vragenlijst die is ingevuld door hun kinderen/de leerkracht, zoals ook hun kinderen/de leerkracht geen inzage krijgen in de vragenlijst die is ingevuld door de ouders/verzorgers. 

24. Kunnen de vragenlijsten via internet ingevuld worden?

Ja, momenteel is het voor vrijwel alle vragenlijsten al mogelijk om deze via internet in te vullen, onder andere via ons deelnemersportal MijnNTR. 

25. Is het mogelijk om de vragenlijsten in een andere taal dan het Nederlands te ontvangen?

Helaas zijn onze vragenlijsten niet in een andere taal beschikbaar. 

26. Ik wil me graag voor het vragenlijstonderzoek afmelden. Ik heb het veel te druk en ik kom er niet aan toe de vragenlijst in te vullen.

Natuurlijk zouden wij graag van iedere deelnemer elke lijst ingevuld retour krijgen, voor de kwaliteit van het onderzoek is het immers van belang dat zoveel mogelijk mensen meedoen. Wij kunnen ons echter heel goed voorstellen dat je door omstandigheden een keer niet toekomt aan het invullen van de vragenlijst. Je kunt dan gerust een keer overslaan, deelname aan ons onderzoek is geheel vrijwillig en wij verplichten je tot niets. Als je besluit om een van de vragenlijsten niet in te vullen, dan kun je bij de volgende vragenlijst gewoon weer deelnemen. Je kunt steeds per vragenlijst beslissen om wel of niet mee te doen.