De waarde van tweelingstudies voor gezondheid en gedrag

Er zijn meer dan zestig tweelingenregisters in de wereld waarbij tweelingen van alle leeftijden staan ingeschreven. Deze registers zijn van groot belang voor zowel het onderzoek naar een gezonde ontwikkeling op jonge leeftijd en naar tal van eigenschappen bij volwassenen, als naar veroudering later in het leven.
“Door de enorme vooruitgang in DNA-onderzoek en de vooruitgang in het vakgebied van de menselijke genetica, worden er vaak vragen gesteld over de blijvende waarde van tweelingonderzoek” legt professor Dorret Boomsma uit. Daarom hebben een aantal tweelingonderzoekers van het NTR samen met studenten van de Research Master “Genen, Gezondheid en Gedrag” een artikel geschreven over de rol van tweelingonderzoek.
Dit artikel werd in juni 2023 gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Human Behavior: Maximizing the value of twin studies in health and behaviour, geschreven door Fiona Hagenbeek, Jana Hirzinger, Sofie Breunig, Susanne Bruins, Dmitry Kuznetsov, Kirsten Schut, Veronika Odintsova en Dorret Boomsma. Het stuk geeft een up-to-date overzicht van alle mogelijkheden die dit onderzoek biedt.

Een van de hoogtepunten van het artikel is een groot overzicht van de resultaten van recente tweelingstudies. Die resultaten laten zien dat genetische invloeden nooit alles bepalend zijn: de gelijkenis (concordantie genoemd) bij eeneiige tweelingen, voor welke eigenschap of aandoening dan ook, is nooit honderd procent. "Dit heeft belangrijke implicaties voor de huidige inspanningen om genetisch risico, zoals bijvoorbeeld gemeten met DNA-profielen, te vertalen naar de klinische praktijk,” zegt NTR-onderzoeker Fiona Hagenbeek. “Veel mensen geloven dat de nauwkeurigheid van genetische risicovoorspelling hoger en hoger zal worden. Ons overzicht laat echter zien dat de bovengrens voor die voorspelling wordt bepaald door de overeenkomsten bij eeneiige tweelingen, dat wil zeggen de mate van gelijkenis bij tweelingparen die honderd procent van hun DNA delen. Als we bijvoorbeeld kijken naar de ziekte van Alzheimer, dan is de concordantie bij mannelijke eeneiige tweelingparen 45% en bij vrouwen 61%. Dat betekent dat, zelfs bij eeneiige tweelingen, als een van de twee de aandoening heeft de ander in minder dan de helft van alle gevallen (bij mannen) de ziekte ook krijgt.”  

Kortom, naast de vele andere mogelijkheden voor genetisch onderzoek blijft de medewerking van twee- en meerlingfamilies onmisbaar om te begrijpen hoe genen en omgeving zich verhouden tot menselijke eigenschappen en het ontstaan van ziekte en om te ​​schatten hoe belangrijk erfelijkheid is.

Veronika Odintsova maakte een mooie video naar aanleiding van dit artikel.